11092014 | een blik in de spiegel





Het houdt me nogal bezig. Omdat schrijven mij helpt, hier een therapeutisch blogje voor mezelf.

Het begon met de blog over dat onze kinderen niet op onze slaapkamer, laat staan in ons bed slapen. Alhoewel dat gewoon zo blijft, riep het nog meer op. Uiteindelijk concludeerde ik met een dorpsgenoot - we spreken sinds kort regelmatig af en hebben heerlijke gesprekken - dat we in Nederland nogal op onszelf zijn. In dit filmpje spreken verschillende 'Amsterdammers' met een andere culturele achtergrond en nationaliteit over Nederlanders. De eerste dingen die gezegd worden; Nederlanders zijn direct, individueel, ze zouden wat vriendelijker en meer open mogen zijn naar de mensen in hun omgeving en ze zijn niet gastvrij en wel bot. (Dit is een selectieve selectie, hoor :p)
Je ziet dat bijvoorbeeld als we met de bus of trein reizen. Het liefst zoeken we allemaal een bankje waar nog niemand zit en nog liever zetten we een tas op de stoel naast ons, zodat medereizigers wel twee keer nadenken over het verzoek daar te mogen gaan zitten. Ik heb jaren met het openbaar vervoer gereisd en het viel me op dat het vaak autochtonen zijn die elkaar meteen begroetten. Eén grote familie. En dat terwijl ik het persoonlijk al vervelend vind als een bekende onaangekondigd langskomt, laat staan achterom. Iets wat hier in de omgeving bijvoorbeeld heel normaal is. Ik beweer dan ook dat we geen achterom hebben, omdat ik dat van huis uit niet gewend ben en ik blijkbaar nogal op mezelf ben.
Ik vroeg mezelf af hoe gastvrij ik eigenlijk ben. En dat is toch een Bijbelse opdracht!

Van het één kwam het ander. We analyseerden erop los. Misschien was het omdat we zo'n georganiseerd leventje hebben. Volgepland, met schema's en roosters en tijden en afspraken. Alles onder controle. Ons hele leven staat geregistreerd, is verzekerd en het duurt dan ook heel lang voor je iets georganiseerd of veranderd hebt. Verder zijn we welvarend. We hebben wat we willen en zo niet, dan zorgen we ervoor dat het alsnog zo is. 
Pas las ik bij een oude kennis op haar facebook dat haar echtgenoot regelmatig vroeg; 'Do we need it?' als ze weer iets aan wilde schaffen voor haar kinderen of wat dan ook. Ik heb er ook een handje van te doen en te kopen en te willen... Mijn kledingkast puilt uit, omdat er toch wel regelmatig iets nieuws bij komt - maar dat is al echt veel minder hoor, roep ik - en ik te hebberig ben om iets weg te doen (laat staan geven). Ai. Hoe staat het met de matigheid? En de afhankelijkheid? En de goedgeefse barmhartigheid?

En verder; onze zoon en dochter. Terug van vakantie dacht ik even dat we de verkeerde mee hadden genomen; wat waren ze veranderd! Lev fiets los, Leah Nore zet haar eerste stappen los. Lev beredeneert en praat en overlegt, Leah Nore helpt mee met aankleden en klimt de trap op. 
Met deze nieuwe fase zijn we heel blij. Ze zijn gezond en ontwikkelen zich. 
Maar Lev zei uit het niets; 'Ik ga naar school.' Wie had ooit gedacht dat ik zou zeggen van onze Lev dat de tijd rijp is om naar school te gaan. Ik raak lichtelijk in paniek bij het idee om hem nog de hele winter koest te moeten houden. 'Hij is op zoek naar rottigheid,' zou zijn opa zeggen (en dan lacht hij, helaas). Dan loopt Lev rond en trekt hij iets omver bijvoorbeeld. Hij gooit en slaat met stokken of staat op zijn speelgoed. Alles wordt op het moment 's morgens meteen uit de dozen gekiept (wat ben ik blij dat hij maar één speelgoedsoort tegelijk heeft, met uitzondering van wat rommeldingetjes en zijn boekjes). Vervolgens speelt hij er totaal niet meer mee, maar bemoeit hij zich vooral graag met zijn zusje - alles is verboden en stout - of rent hij door het speelgoed, zodat we alles onder het meubilair hebben liggen. Fijn. 
Kleuren is leuk, voor heel even. Fietsen is ook tof, maar hij klaagt; 'Ik ben zo alleen... Echt zielig.' Ja ja. 
Wat het eerste in me opkomt is; hij moet uitdaging. Ok, prima. Maar hij heeft zoveel speelgoed! Moet ik dan nog iets aanschaffen? Niet prima. Kinderen in de rimboe vermaken zich met een takje en een steentje. Als je ziet ze zich afgelopen zomer vermaakten met water en zand bijvoorbeeld... Ik merk dat hij de LEGO bij X leuk vindt en de kindergrasmaaier bij Y. Maar daar gaat het niet om. Hij heeft ruimte nodig. Geen spullen. En verder... weet ik het nog even niet. 
Maar ach... Misschien moet ik niet zo krampachtig doen. Dat scheelt ook al een hoop ruimte voor hem. Toch ook wel heel gezond dat hij een volgende stap gaat maken. De grote boze buitenwereld in. Mijn hart bloedt... :) 

Dus. Morgen staat de deur wijd open, welkom. (Niet allemaal tegelijk alstublieft.) En ik ga volgende week mijn kledingkast uitmesten, het seizoen is er ook naar om het wintervachtje weer van zolder te halen. Maar eerst morgenochtend met Lev en z'n vriendje naar de kinderboerderij in het bos. Even allemaal een frisse neus en de benen strekken.

Zo. Dat lucht op. Ter afsluiting nog wat toepasselijke teksten;

Vergeet de herbergzaamheid niet; want hierdoor hebben sommigen onwetend engelen geherbergd. Hebreën 13:2

... armoede of rijkdom geef mij niet; voed mij met het brood mijns bescheiden deels; Spreuken 30:8

... en zij (de deugdelijke huisvrouw) lacht over den nakomenden dag. Spreuken 31:15

1 opmerking:

  1. Ik kom eraan hoor. Als de deur zo wijd open staat :-)

    Wat betreft je reactie op mijn blog over schrijven wil ik even zeggen dat ik toen mijn kinderen zo oud waren als die van jou aan mijn boek schreef als de kinderen op bed lagen. 's-Middags. Of ik hield ze op en kon lekker 's-avonds een lange poos schrijven.

    BeantwoordenVerwijderen