03032015 | dat was me wat








Nou, de spits is afgebeten. Dwars door de zure appel heen. De kop eraf. De toon gezet. Dat was me wat.

Van spanning niets te merken. We aten gezellig ons ontbijtje op. Brachten Leah Nore naar oma en reden op school aan. O, nu was het toch wat aan de late kant geworden. We holden naar binnen. Nog net voor de bel. Mama toch.
Eens even kijken, hoe pakken we dat aan? Ik siste mezelf in mijn oor dat ik hem los moest laten. Maar toch wel even helpen met z'n bakje druifjes en z'n beker en het boekje voor de juf en de gymschoenen... Die moet hierin, dat hang je daar op. Zo. Hallo juf. (Mijn hartslag was te horen aan de andere kant van het gebouw, ondertussen.)

Lev beet zijn tong er bijna af bij het eerste eenzijdige gesprek met de juf. Mocht een spelletje doen. Maar wilde in de bouwhoek. Nee, dat kan niet. Gelukkig was het tijd om op te ruimen. In de kring allemaal. Hij wist niet hoe snel hij met zijn stoeltje in de kring moest komen, snel achter zijn vriendje J. aan die ook bij hem in het groepje zit. (Moeder haalt opgelucht adem; gelukkig. Op 't eerste gezicht aansluiting.)
Naarmate het kringgesprek vordert, schuift Lev z'n stoel naar achteren. Tot hij met zijn hoofd in de vensterbank van het speelhuis kan liggen. Want zeg nou zelf... dat zit stukken beter. Gehoorzaam schuift hij terug in de kring, nadat de juf hem liefdevol vermaant. (Kom je weer bij ons zitten, Lev?)
En pracht van een Bijbelverhaal, vond ik; over Jezus Die de kinderen zegent. Lev was vooral onder de indruk van het Digibord, dat daarbij gebruikt werd.
Tijd voor een tussentijdse rek-en-strek-oefening. 'Die zijn gek,' zie ik hem denken als ze het op z'n kips doen (Tòòòòk, toktoktoktoktok-toktoktok, enzovoorts). Tijd voor spelletjes. Na een puzzel krast hij de naamsticker snel vol. Op de vraag of dat netjes is, zegt hij; 'Maar ik kan ook een mens maken en mijn naam.' En dat deed hij. 

Na de pauze is Lev zoek. Die zit nog met vriendje T. in de zandbak. 'Lev, de bel is gegaan. Dan gaan alle kinderen naar binnen. Kom maar,' zegt juf. 'Nee,' zegt Lev. De moed zakt tot aan het randje van mijn sokken. Juf troost me. 'Als de ouders weg zijn, gaat het vaak anders.' Laten we het hopen. 
We zingen een jarige meester toe. Gaan weer terug naar de klas om te gymmen. Dat is enig. (O, ****, te grote gymschoenen bij me.) Gooien met ballonnen en ballen. Helemaal top. Dan samen springen - hand in hand - over hindernissen, alweer met vriendje J. Maar Lev wil alleen. Dat kan niet. 'Dan niet,' zegt hij boos. En hij gaat demonstratief op de bank zitten. 

Terug in de klas blijkt dat we naar huis gaan. Maar ook dat wil hij niet. Hij wil blijven. Gelukkig. We rijden naar huis, mama loopt over van enthousiasme. Lev zegt; 'Ik wil niet praten. Ik ben moe. Mag ik naar bed?' Natuurlijk jongen. Altijd. 
Die avond komt papa thuis. En Lev kletst er vrolijk op los. Want o, wat was het leuk. Behalve dat springen dan. Of'tie terug wil? 'Ja, morgen. Maar niet met "één hand alleen en één hand samen springen." 

Mama's hart huilt dikke tranen. Omdat het smelt van liefde en trots. Wat een lieve, grote, stoute jongen is het toch. En voor wie is die eerste meeloopmorgen eigenlijk. Voor moeders die hun kind los moeten leren laten of voor kinderen om te wennen? Zucht.

2 opmerkingen:

  1. Oh dat kennen wij hier helemaal niet... Een meeloop ochtend met ouders... Leuk...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Anoniem4.3.15

    Wat een leuke blog. Emotioneel hè?

    BeantwoordenVerwijderen