Gisteren was het de dag van het gezin. Hier mijn verslag, achterstevoren en binnenstebuiten.
Toen ik gisteravond de zoldertrap besteeg - het leek de Mount Everest wel - galmde het verhaal van een oud-klasgenoot nog na in mijn hoofd. Kwart over vijf in de vroege morgen een klaarwakker kind. Blij dat het hier niet gebeurd. Wat doe je er tegen, hè? Maar ja, laatst op het consultatiebureau was ik enigszins opgelucht te kunnen melden dat hij tandenpoetsen prima vind. Eten over het algemeen ook. Zindelijk worden wil niet echt, maar dat komt vast wel. En toen mocht ik hem omschrijven. En dan is het eerste wat in me opkomt en eruit flapt; 'Hij is erg ondernemend en vindingrijk. Vaak ook te ondernemend en vindingrijk, hij kent zijn grenzen niet.' Dat klinkt dan weer zo... Maar ja, als ik terugdenk aan vanmiddag...
Ondertussen ben ik op zolder en probeer ik over de berg strijkgoed heen te kijken. Dat lukt niet, dus slof ik naar de wasmachine om de gewassen bonte was eruit te halen. Waar is mijn ton nou? Hè?! Nog helemaal vol met nat wasgoed - de donkere was - helemaal vergeten op te hangen door alle commotie van vanmiddag. Meteen maar even doen dan. Of gewoon niet. Kom op zeg, hup!. Yech, de bonte was ruikt helemaal naar terpetine. Stom, stom, stom, de trommel ook?
Beneden ruimt Reint de vaatwasser leeg - we waren in alle stress van vanavond ons handafwasprincipe vergeten - en ik ben blij dat hij het doet."
'Faalhaas!' riep het hippe weer nagenoeg witte, wollen vestje, dat na een heftige wasbeurt, in de bleek, hing te drogen.
Ging er dan niets goed? Ik likte aan mijn... zoute lippen.
Ik had daarvoor gedoucht en was de handdoeken vergeten klaar te leggen. Heel de badkamervloer nat. Want ik was ook al vergeten een washand te pakken en was bijna blind toen ik die pakte, door het zout van mijn natriumbicarbonaatshampoo. Of prikte de azijn zo? Waarom deed ik dit? Je kunt ook doorslaan. Streef ik naar mijn eigen, zogenaamd verantwoorde, maakbare leven? De warme douchestralen werkten gelukkig wat ontspannend. Wat een stress aan tafel. Reint zou met Lev gaan zwemmen. Maar we begonnen veel te laat met eten. O zo, ongestructureerd. Wie was de schuldige? Lev die geen hap door zijn keel kreeg, omdat hij moest poepen en niet wilde? Leah Nore? Kreeg ze misschien tanden ofzo? Ze was zo labiel als... Of Reint. Met de vriend. Die hadden wel erg lang staan kletsen en toen konden we ook later pas gaan eten.
Natuurlijk moest het schilderwerk van de buitenboel bekeken worden. Met name de plekjes waar kamikazetorren zich in de verf hadden vastgeworsteld. En die acht vingers van Lev, vastgelegd in het kozijn.
Ik had hem een agressief, bemoedigend, pedagogisch verantwoord - op het randje dan - klopje op z'n achterwerk gegeven. Maar ik had hem misschien ook constant in de gaten moeten houden en niet ondertussen nog wat anders willen doen. Of het allemaal niet zo belangrijk moeten vinden. Wat woog nu eigenlijk het zwaarst? Dat hij ongehoorzaam was, hield ik mezelf voor. En dat ik weer van alles moest poetsen en doen om de schade te beperken. En dat die vriend wel moest denken...
Wat had ik eigenlijk de hele morgen gedaan, afgezien van het bibliotheekbezoek? O ja, gespeeld met Lev. We hebben een nieuw ritueel. Dan trek ik hem op schoot en zeg ik heel geheimzinnig; 'Weet je...' en dan zegt hij net zo geheimzinnig terug; 'Jaaaa...' en dan zeg ik; 'Ik vind je heel...', 'lief' zegt hij dan. En vanmorgen was er een onzichtbaar beestje. Dat hem kriebelde. We hebben hem gevangen en in een bakje gestopt. Maar elke keer deed Lev het deksel open en kriebelde hij weer. En moesten we hem weer vangen. Enzovoorts, enzovoorts... We hebben meteen maar twee boeken over insecten gehaald bij de bieb.
En ik had ook die donkere was natuurlijk aangezet. En we hebben heerlijk uitgebreid ontbeten. De wentelteefjes van tussen de middag vielen bij ons allen in smaak. En dan het avondeten (penne-koolrabi-rozemarijn-slagroom-tomatenpuree-zout) was ook heerlijk. Wat een verwende mensen zijn we toch.
Fijn dat Reint weer werk in het vooruitzicht had en dat de grijze voordeur veel mooier was dan die verbleekte, gele voordeur. En dat de tuin nu zo mooi was met al die bloeiende bloemen.
Hopelijk had Lev vannacht niet weer zo'n pijn aan z'n oren, dat is zo sneu. En ik was blij dat Leah Nore ook niet meer zo'n last had van haar ontstoken oogjes. Pfff... wat ben ik moezzzzzzz....
Een kat heeft negen levens.
En zo kwam alles weer op z'n pootjes terecht.
Loop ik niet naast mijn schoenen.
Maar sta ik met beide platvoetjes op de grond.
En weet ik dat ik van hen allemaal houd. Mijn gezin. En wat houd ik stiekem van mijn vreemde leven, alhoewel ik mezelf af en toe ook tot wanhoop drijf.
Ineens is er een verlangen. Om ze allemaal vast te houden en te danken.
Ja, doe dat maar... want weet je.... Voor je er erg in hebt zijn ze groot. En later, als ze echt groot zijn, is dat verhaal van die vingertjes in die natte verf, een dierbare herinnering, die misschien nog wel eens opgehaald wordt met een grote glimlach. Echt!! Ik wilde je toch even zeggen dat ik geniet van je verhalen, dat ik stilletjes met je meelees. Hartelijke groetjes! Marian
BeantwoordenVerwijderen