Vorige week kreeg ik toch zo'n leuk pakket. Een doos met werkkleding voor Reint. Nu ben ik reuzetrots op mijn man die sinds januari zzp'er is en nog geen dag thuis heeft gezeten. Elke dag werk. En hij werkt hard. Hij houdt ervan alles goed te doen. En nu heeft hij dus werkkleding met zijn logo erop. Dus ik ben trots.
Maar het ging me in dit geval eigenlijk meer om de doos. Het garandeert namelijk uren speelplezier. Ik raak er steeds meer van overtuigd dat al dat speelgoed helemaal niet nodig is. In al mijn 'hebberigheid' lever ik dus et liefst een verlangenlijst aan rond de verjaardagen. DUPLO vinden de kinderen leuk. Van huizen met torens tot hijskranen, koekjes tot dierentuinen; het stimuleert de ontwikkeling en creativiteit. Ze kunnen er uren zoet mee zijn.
Verder hebben we een mand met houten speelgoed; een spoorwegbaan en vooral heel veel blokjes. Ik vind het zelf heel leuk, maar Lev vermaakt zich hier minder mee en is er sneller op uitgekeken.
De derde doos is gevuld met voertuigen in alle soorten en maten. Er zitten hele mooie tussen, maar ook van die waardeloze modellen waar de wielen om de haverklap vanaf vliegen. Die verdwijnen dan ook in de prullenbak. Leah Nore vindt dit speelgoed ook erg leuk. Met name de politiewagen. Ze stapt er mee rond en kan hem nauwelijks afstaan.
Ze ontfermt zich ook als een ware poppenmoeder over 'ájèájè'. Oftewel de pop die je kunt aaien. Ze verzamelt haar eigen speelgoed; het wordt de vierde bak; de poppenwagen, servies, keukengerei, echte plastic levenswaren...
En dat was het. Kleurpotloden, kleurboeken, wat stickers en vetkrijt, memorie... o ja, gereedschap, puzzels, de zak met knuffels die nog stammen uit de tijd van mijn kinderjaren. Als je het allemaal op gaat noemen, zie je pas hoe veel het is. Dan te bedenken dat de kindertjes op de savanne wat kiezels, takjes een touwtje en een bakje hebben. Hoogstens.
Natuurlijk spelen ze met hun speelgoed. Voor het voorkomen van een onoverzichtelijk strijdtoneel in de woonkamer, mag er maar één doos tegelijk beneden staan. Lev geeft tegenwoordig zelf aan dat hij een andere wil. Dat helpt wel; eerder zat alles in één mand en na het omkiepen ervan verveelde hij zich; teveel om me te spelen. Dat kan ook een probleem zijn.
En gek genoeg spelen ze haast nog liever met ons plastic picknickbestek, de pollepels en de sierkussens. Zo ook die kartonnen doos. Geen aantrekkelijke kleuren, geen plaatjes, geen geluiden - o, wat heb ik een hekel aan dat jengelende speelgoed - maar een bruine, kartonnen doos. Ze passen er samen in en dan is het gewoon een doos. Of Lev verstopt zich erin en Leah Nore trekt hem onder luid gejubel open. Het is een kast en een bed en een konijnenhok... zo leuk om te zien.
Ik kijk nog eens kritisch naar al het speelgoed. Misschien moet ik daar ook maar eens wat van wegdoen. Want - net als bij de grote mensen - maakt de hoeveelheid spullen je niet gelukkig. Het is hoe je omgaat met wat je hebt, de tevredenheid. Het plezier. De creativiteit. De eenvoud. Wat dat betreft kunnen we onze kinderen al jong leren dat je niet alles kunt hebben wat je wilt. Omdat het geld kost. Maar ook omdat je het niet nodig hebt.
Laat ze los in een bos en ze zijn twee keer zo gelukkig, is mijn ervaring. En zoals net, toen kwam de grasmaaier voorbij. Nou, dat is ook al leuk. (Mama, hij gaat zo over de poep heen!' Spectaculair voor een jongen van drie. Laarzen aan, de grasmat inspecteren. Staan de paddenstoelen er nog?) Maken we daarna van de doos een grasmaaier. Voilá.